Zorgen over toenemende dak- en thuisloosheid: partijen stellen urgente vragen aan college
Hoorn, 23 december – De zichtbare toename van dak- en thuisloosheid in Hoorn baart meerdere raadsleden grote zorgen. Naar aanleiding van signalen uit de stad en de uitblijvende zichtbare voortgang na het aannemen van de motie “Opvang dak- en thuislozen” op 12 november 2025, hebben Marieke Rijk van Hoorn Centraal voorheen Fractie Tonnaer, GvBV en de ChristenUnie schriftelijke vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders.
Marieke Rijk, fractievoorzitter Hoorn Centraal voorheen Fractie Tonnaer en de andere partijen willen duidelijkheid over de stand van zaken rond de uitvoering van de motie en de concrete stappen die sindsdien zijn gezet. In de vragen wordt onder meer ingegaan op de toename van dak- en thuisloosheid, signalen van overlast en schrijnende situaties in onder andere het Julianapark, bij het station en eerder in Hoorn-Noord, en de noodzaak van voldoende dag- en noodopvang.
De partijen vragen het college ook welke acties zijn ondernomen om extra opvangplekken te realiseren, of de huidige capaciteit nog toereikend is en in hoeverre er vooruitgang is geboekt op het gebied van basisvoorzieningen zoals douches, toiletten en wasgelegenheid. Daarnaast wordt gevraagd hoe de beschikbare Blokhuisgelden en andere geoormerkte middelen tot nu toe zijn ingezet.
Volgens de indieners is de problematiek niet alleen lokaal voelbaar, maar past deze ook binnen een bredere landelijke ontwikkeling waarin steeds meer gemeenten te maken krijgen met groeiende dak- en thuisloosheid. Zij willen weten welke ruimte het college ziet om, binnen de Hoornse context, aanvullende of versnelde maatregelen te treffen.
“De signalen uit de stad worden steeds urgenter, zeker nu de weersomstandigheden verslechteren,” aldus Marieke Rijk. “Juist daarom is het van belang dat de raad snel inzicht krijgt in wat er is gebeurd sinds het aannemen van de motie en welke stappen nog volgen.”
De partijen verzoeken het college de vragen met hoge urgentie te beantwoorden en de raad op korte termijn te informeren over de voortgang, met de bereidheid om dit periodiek te blijven doen.
